33 Inspirerende Spreekwoorden over Ruzie

Ben je op zoek naar mooie spreekwoorden over ruzie voor bijvoorbeeld een tekstje of een speech? Dan ben je hier op het juiste adres. Wij hebben de 33 mooiste ruzie spreekwoorden voor je verzameld. Veel inspiratie toegewenst!

Ruzie spreekwoorden

  • Een twistappel vormen.
    Een onderwerp van ruzie/conflict/onenigheid zijn.
  • Elkaar in de haren zitten.
    Erge ruzie hebben.
  • Het met iemand aan de stok hebben/krijgen.
    Ruzie met elkaar hebben/krijgen.
  • Op gespannen voet zijn.
    Moeilijk met elkaar omgaan, ruzie.
  • Overhoop liggen.
    Ruzie met elkaar hebben.
  • Als twee honden vechten om een been, loopt de derde er mee heen.
    Als twee personen ruzie hebben of er niet uit komen, kan een derde daarvan profiteren.
  • Olie in het vuur gooien.
    Iets doen waardoor de ruzie opnieuw begint of oplaait.
  • De beer is los.
    De ruzie is begonnen.
  • De twistappel werpen.
    Aanleiding geven tot ruzie.
  • Daar is een haartje in de boter.
    Daar is ruzie of wrijving.
  • Het gaat er bovenarms toe.
    Daar wordt een behoorlijke ruzie gemaakt.
  • Het zal daar knijpen.
    Daar zal ruzie gemaakt gaan worden.
  • Het zal daar flink waaien.
    Dat zal op een behoorlijke ruzie uitlopen.
  • In der minne schikken.
    Zonder verder geruzie bijleggen.
  • Ze hebben het met elkaar aan de stok.
    Ze hebben ruzie met elkaar.
  • Wie wind zaait zal storm oogsten.
    Wie ruzie probeert te veroorzaken zal zelf ruzie krijgen.
  • De plooien glad strijken.
    De ruzie bijleggen.
  • Elkaar de hand reiken.
    De ruzie bijleggen.
  • De poppen aan het dansen.
    De ruzie of problemen kunnen beginnen.
  • Het vuur aanblazen.
    De ruzie verergeren.
  • Een twistappel vormen.
    Een onderwerp van ruzie/conflict/onenigheid zijn.
  • De beer is los.
    Er gebeurt opeens van alles; er ontstaat ruzie of paniek.
  • Het is daar hommeles.
    Er is daar ruzie.
  • Op voet van oorlog zijn/leven.
    Erge ruzie hebben.
  • Een wig drijven tussen twee personen.
    Ervoor zorgen dat ze ruzie krijgen.
  • Hij stookt kwaad vuur.
    Hij probeert een ruzie uit te lokken.
  • Waar het nooit waait is het stil.
    Iedereen heeft wel eens ruzie.
  • Olie in het vuur gooien.
    Iets doen waardoor de ruzie opnieuw begint of oplaait.
  • Het aan de stok hebben.
    Ruzie hebben.
  • Elkaar in de haren vliegen.
    Ruzie maken.
  • Met iemand in aanvaring komen.
    Ruzie of problemen met iemand krijgen.
  • Tegen de schenen schoppen.
    Ruzie zoeken.
  • Schoon schip maken.
    Schulden betalen, de boel opruimen, na ruzie/problemen samen er uit komen en het verleden laten rusten.