Ben je op zoek naar mooie spreekwoorden over geld voor bijvoorbeeld een tekstje of een speech? Dan ben je hier op het juiste adres. Wij hebben de 38 mooiste geld spreekwoorden voor je verzameld. Veel inspiratie toegewenst!
Geld spreekwoorden
- Aan de strijkstok blijven hangen.
Geld dat aan een constructief doel wordt besteed verdwijnt voor een groot deel bij mensen die oneerlijke onkosten maken. - De mammon dienen.
Alleen maar belangstelling hebben voor geld. - Ergens een stempel op drukken.
Duidelijk je invloed ergens laten gelden. - Iemand de beurs lichten.
Van iemand geld stelen/afhandig maken. - In de put zitten.
Geen oplossing meer weten of geen geld meer hebben. - In kannen en kruiken zijn.
Alles is geregeld. - Om den brode doen.
Alleen werken voor het geld en niet omdat het werk fijn/leuk is. - Over de balk gooien.
Onnodig geld uitgeven voor zaken die niet nodig zijn. - Weinig armslag hebben.
Weinig ruimte hebben om uit te breiden of weinig mogelijkheden hebben, meestal in geld uitgedrukt. - Het is goed riemen snijden van andermans leer.
Het is gemakkelijk van andermans eigendom/geld te trakteren. - Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet.
Als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten. - Dat brengt veel geld in het laatje.
Dat brengt veel geld op. - Dat is zoveel waard als een gek ervoor geven wilt.
Dat heeft geen vaste prijs; je moet net een liefhebber weten te vinden die er veel geld voor over heeft. - Om den brode doen.
Alleen werken voor het geld en niet omdat het werk fijn/leuk is. - Om de poen is het al te doen.
Alles draait om geld; met geld bereik je veel. - In kannen en kruiken zijn.
Alles is geregeld. - Het geld is de zenuw van de oorlog.
Zonder voldoende geld kun je geen oorlog winnen. - Iemand uitknijpen als een citroen.
Zoveel mogelijk geld van iemand proberen te krijgen. - Ieder dubbeltje drie keer omdraaien.
Zo gehecht zijn aan geld dat men aarzelt bij iedere uitgave. - Lex talionis.
Wet van vergelding. - Weinig armslag hebben.
Weinig ruimte hebben om uit te breiden of weinig mogelijkheden hebben, meestal in geld uitgedrukt. - Over de brug komen.
Veel geld moeten betalen. - Diep in de buidel tasten.
Veel geld moeten geven. - De zaak is rond.
De zaak is geregeld. - Een nieuwe bron aanboren.
Een nieuwe manier vinden om geld te verkijgen. - Een tweesnijdend zwaard.
Een woordelijke aanval die echter ook voor de spreker zelf zou kunnen gelden. - Het hoofd boven water houden.
Financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven. - Beurs op de knip / hand op de knip.
Geen geld meer uitgeven. - In de put zitten.
Geen oplossing meer weten of geen geld meer hebben / depressief zijn. - Het is in de muizevreugd.
Het is een ongeregeld huishouden. - Het is voor de bakker.
Het is goed geregeld. - Het is in kannen en kruiken.
Het is helemaal geregeld. - Het komt voor de bakker.
Het komt in orde; het wordt geregeld. - Hij heeft het geld voor het oprapen.
Hij heeft heel veel geld. - Mijn rechterhand jeukt.
Ik heb het gevoel dat ik binnenkort geld krijg. - Het geld groeit me niet op mijn rug.
Ik kan niet gemakkelijk geld uitgeven want ik moet er hard voor werken en heb niet zoveel. - Je bedje is gespreid.
Je komt in een situatie terecht waarin alles al voor je geregeld is. - Over de balk gooien.
Onnodig geld uitgeven voor zaken die niet nodig zijn.