Ray Bradbury quotes | 28 quotes van Ray Bradbury

Ben je op zoek naar een Ray Bradbury quote? Dan ben je hier op het juiste adres. Wij verzamelen mooie citaten, wijze uitspraken en krachtige quotes van inspirerende mensen. En in dit artikel delen we dus de beste Ray Bradbury quotes. Veel leesplezier!

Ray Bradbury quotes

Hieronder heb ik een aantal mooie quotes van Ray Bradbury verzameld. Ze staan op willekeurige volgorde en ik deel steeds de originele Engelse quote en ook de Nederlandse vertaling. Dus hier komen ze, de mooiste Ray Bradbury quotes:

Learning to let go should be learned before learning to get. Life should be touched, not strangled. You’ve got to relax, let it happen at times, and at others move forward with it.

NL: Leren om los te laten moet worden geleerd voordat het leren om te krijgen. Het leven moet aangeraakt worden, niet gewurgd. Je hebt om te ontspannen, laat het gebeuren soms, en op anderen vooruit te gaan met het.

— Ray Bradbury


Don’t ask for guarantees. And don’t look to be saved in any one thing, person, machine, or library. Do your own bit of saving, and if you drown, at least die knowing you were heading for shore.

NL: Vraag niet om garanties. En kijk niet te worden gered in een ding, persoon, machine, of bibliotheek. Doe je eigen deel van het redden, en als je verdrinkt, in ieder geval sterven wetende dat je op weg naar de kust.

— Ray Bradbury, Fahrenheit 451


Self-consciousness is the enemy of all art, be it acting, writing, painting, or living itself, which is the greatest art of all.

NL: Zelfbewustzijn is de vijand van alle kunst, of het nu acteren, schrijven, schilderen of leven zelf is, wat de grootste kunst van allen is.

— Ray Bradbury


Too late, I found you can’t wait to become perfect, you got to go out and fall down and get up with everybody else.

NL: Te laat, ik vond dat je niet kon wachten om perfect te worden, je moet naar buiten gaan en vallen en opstaan met iedereen.

— Ray Bradbury, Something Wicked This Way Comes


I just want someone to hear what I have to say. And maybe if I talk long enough, it’ll make sense.

NL: I

— Ray Bradbury, Fahrenheit 451


That’s life for you,” said MacDunn. “Someone always waiting for someone who never comes home. Always someone loving some thing more than that thing loves them. And after a while you want to destroy whatever that thing is, so it can’t hurt you no more.

NL: Dat is het leven voor jou,” zei MacDunn. “Iemand wacht altijd op iemand die nooit thuiskomt. Altijd iemand die meer van iets houdt dan dat ding van hen houdt. En na een tijdje wil je vernietigen wat dat ding ook is, dus het kan je geen pijn meer doen.

— Ray Bradbury, The Fog Horn


Don’t think. Thinking is the enemy of creativity. It’s self-conscious and anything self-conscious is lousy. You can’t “try” to do things. You simply “must” do things.

NL: Niet denken. Denken is de vijand van creativiteit. Het is zelfbewust en alles wat zelfbewust is is waardeloos. Je kunt niet “proberen” om dingen te doen. Je moet gewoon dingen doen.

— Ray Bradbury


Love. Fall in love and stay in love. Write only what you love, and love what you write. The word is love. You have to get up in the morning and write something you love, something to live for.

NL: Liefde. Verliefd worden en verliefd blijven. Schrijf alleen waar je van houdt, en hou van wat je schrijft. Het woord is liefde. Je moet morgenochtend opstaan en iets schrijven waar je van houdt, iets om voor te leven.

— Ray Bradbury


First you jump off the cliff and build your wings on the way down.

NL: Eerst spring je van de klif en bouw je vleugels op weg naar beneden.

— Ray Bradbury


Sometimes you just have to jump out the window and grow wings on the way down.

NL: Soms moet je gewoon uit het raam springen en vleugels laten groeien op weg naar beneden.

— Ray Bradbury


A good night sleep, or a ten minute bawl, or a pint of chocolate ice cream, or all three together, is good medicine.

NL: Een goede nachtrust, of een tien minuten durende bawl, of een pint chocolade-ijs, of alle drie samen, is goede geneeskunde.

— Ray Bradbury, Dandelion Wine


The beginning of wisdom, as they say. When you’re seventeen you know everything. When you’re twenty-seven if you still know everything you’re still seventeen.

NL: Het begin van wijsheid, zoals ze zeggen. Als je zeventien bent, weet je alles. Als je zevenentwintig bent, als je alles nog weet… ben je nog steeds zeventien.

— Ray Bradbury, Dandelion Wine


It takes writing a billion bad words before you get to the good ones.

NL: Je moet een miljard slechte woorden schrijven voordat je bij de goede komt.

— Ray Bradbury


Are you happy?

NL: Ben je gelukkig?

— Ray Bradbury, Fahrenheit 451


We have everything we need to be happy, but we aren’t happy. Something’s missing.

NL: We hebben alles wat we nodig hebben om gelukkig te zijn, maar we zijn niet gelukkig. Er ontbreekt iets.

— Ray Bradbury


We are living in a time when flowers are trying to live on flowers, instead of on good rain and black loam.

NL: We leven in een tijd waarin bloemen proberen te leven op bloemen, in plaats van op goede regen en zwart leem.

— Ray Bradbury


Everyone must leave something behind when he dies . . . Something your hand touched some way so your soul has somewhere to go when you die . . . It doesn’t matter what you do, so long as you change something from the way it was before you touched it into something that’s like you after you take your hands away.

NL: Iedereen moet iets achterlaten als hij sterft. . . Iets wat je hand raakte op een of andere manier zodat je ziel ergens heen moet gaan als je sterft. . . Het maakt niet uit wat je doet, zolang je iets verandert van hoe het was voordat je het aanraakte in iets dat is als jij nadat je je handen weghaalt.

— Ray Bradbury, Fahrenheit 451


Death doesn’t exist. It never did, it never will. But we’ve drawn so many pictures of it, so many years, trying to pin it down, comprehend it, we’ve got to thinking of it as an entity, strangely alive and greedy. All it is, however, is a stopped watch, a loss, an end, a darkness. Nothing.

NL: De dood bestaat niet. Het is nooit gebeurd, het zal nooit gebeuren. Maar we hebben er zoveel foto’s van gemaakt, zoveel jaren, proberen het vast te zetten, te begrijpen, we moeten het zien als een entiteit, vreemd genoeg levend en hebberig. Alles wat het is, echter, is een gestopt horloge, een verlies, een einde, een duisternis. Niets.

— Ray Bradbury, Something Wicked This Way Comes


Everything that happens before Death is what counts.

NL: Alles wat voor de dood gebeurt, is wat telt.

— Ray Bradbury, Something Wicked This Way Comes


When you reach the stars, boy, yes, and live there forever, all the fears will go, and Death himself will die.

NL: Als je de sterren bereikt, jongen, ja, en daar voor altijd woont, zullen alle angsten verdwijnen, en de dood zelf zal sterven.

— Ray Bradbury, The Halloween Tree


Every time you take a step, even when you don’t want to. . . . When it hurts, when it means you rub chins with death, or even if it means dying, that’s good. Anything that moves ahead, wins. No chess game was ever won by the player who sat for a lifetime thinking over his next move.

NL: Elke keer als je een stap zet, zelfs als je dat niet wilt. . . . Als het pijn doet, als het betekent dat je kin met de dood wrijft, of zelfs als het sterven betekent, is dat goed. Alles wat vooruit gaat, wint. Geen schaakspel werd ooit gewonnen door de speler die een leven lang nadacht over zijn volgende zet.

— Ray Bradbury, Farewell Summer


How talented was death. How many expressions and manipulations of hand, face, body, no two alike.

NL: Hoe getalenteerd was de dood. Hoeveel uitdrukkingen en manipulaties van hand, gezicht, lichaam, geen twee hetzelfde.

— Ray Bradbury, The October Country


The father hesitated only a moment. He felt the vague pain in his chest. If I run, he thought, what will happen? Is Death important? No. Everything that happens before Death is what counts. And we’ve done fine tonight. Even Death can’t spoil it.

NL: De vader aarzelde maar even. Hij voelde de vage pijn in zijn borst. Als ik vlucht, dacht hij, wat zal er gebeuren? Is de dood belangrijk? Nee. Alles wat voor de dood gebeurt, is wat telt. En we hebben het goed gedaan vanavond. Zelfs de dood kan het niet verpesten.

— Ray Bradbury, Something Wicked This Way Comes


And when he died, I suddenly realized I wasn’t crying for him at all, but for the things he did. I cried because he would never do them again…

NL: En toen hij stierf, besefte ik ineens dat ik helemaal niet om hem huilde, maar om de dingen die hij deed. Ik huilde omdat hij ze nooit meer zou doen…

— Ray Bradbury, Fahrenheit 451


And in the years when your shadow leaned clear across the land as you lay abed nights with your heartbeat mounting to the billions, his invention must let a man drowse easy in the falling leaves like the boys in autumn who, comfortably strewn in the dry stacks, are content to be a part of the death of the world…

NL: En in de jaren dat je schaduw over het land leunde… terwijl je nachten op bed lag… met je hartslag op de miljarden… moet zijn uitvinding… een man rustig laten drowen in de vallende bladeren… zoals de jongens in de herfst… die, comfortabel bezaaid in de droge stapels… tevreden zijn om deel uit te maken van de dood van de wereld…

— Ray Bradbury, Dandelion Wine


I take this continent with me into the grave.

NL: Ik neem dit continent mee het graf in.

— Ray Bradbury, Zen in the Art of Writing


I have something to fight for and live for; that makes me a better killer. I’ve got what amounts to a religion now. It’s learning how to breathe all over again. And how to lie in the sun getting a tan, letting the sun work into you. And how to hear music and how to read a book. What does your civilization offer?

NL: Ik heb iets om voor te vechten en voor te leven, dat maakt me een betere moordenaar. Ik heb nu wat neerkomt op een religie. Het is opnieuw leren ademen. En hoe je in de zon moet liggen om bruin te worden, zodat de zon in je kan werken. En hoe je muziek hoort en hoe je een boek leest. Wat biedt jouw beschaving?

— Ray Bradbury, The Martian Chronicles


I don’t believe in colleges and universities. I believe in libraries because most students don’t have any money. When I graduated from high school, it was during the Depression and we had no money. I couldn’t go to college, so I went to the library three days a week for 10 years.

NL: Ik geloof niet in hogescholen en universiteiten. Ik geloof in bibliotheken omdat de meeste studenten geen geld hebben. Toen ik afstudeerde aan de middelbare school, was het tijdens de Depressie en we hadden geen geld. Ik kon niet studeren, dus ging ik drie dagen per week naar de bibliotheek.

— Ray Bradbury